advent

Advent bij ons in de kleuterklas
Met Sint Maarten is het eerste lichtje gaan branden en hebben we ons best gedaan om het tegen de wind te beschermen. Niet veel later komt Sint Nicolaas in het land. Hij wil de kinderen voorbereiden op de komst van het Jezuskind. Kinderen doen hun best om aardig te zijn; “Wie zoet is krijgt lekkers…”.

Midden in de Sinterklaastijd begint de advent, vier zondagen voor Kerstmis. Advent is de tijd van verwachting, we verwachten de komst van het licht op aarde. Verwachting van het kind dat geboren gaat worden. Elke week wordt het lichter, zodat met kerst het grote licht kan stralen.

De eerst advent lopen de jongste kinderen de adventstuin om hun lichtje aan de grote kaars te ontsteken.

Vanuit de klas liepen we in een lange slinger naar de zaal. Daar ging de deur open en mochten we naar binnen gaan. We werden er allemaal stil van: het was helemaal donker, alleen midden in de zaal stond een grote brandende kaars, in het midden van een spiraal van dennentakken, de adventstuin. Prachtige harpmuziek vulde de ruimte.

Stil nu, stil nu,
Maak nu geen gerucht,
Stil nu, stil nu,
’t Ruist al door de lucht.
’Wonder komt heel zachtjes aan,
’t Kerstkind wil naar binnen gaan.
Stil nu, stil nu,
Maak nu geen gerucht.

Als eerste mocht de oudste kleuter beginnen. Ze wil het zelf doen. En daar ging ze, voorzichtig met het kaarsje in de hand loopt ze de tuin in. Zelf het kaarsje aanmaken en een plekje zoeken op de weg terug.

Kind’ren kom, zie het licht Gaat
in het midden branden,
Kom met de kaars in je handen.
’t Kaarsje brandt in je hand:
Laat het licht in harten ook schijnen,
Dat het duister spoedig verdwijne.

Voorzichtig lopen ze een voor een naar binnen en ontsteken hun lichtje aan de grote kaars. Met de jongsten loop ik mee, maar zelf steken ze hun kaarsje aan. Ieder maakt de beweging naar binnen en vindt daar het licht. Ondertussen genieten de anderen van de muziek of zingen zachtjes mee. Zo een verstillend moment in de roerige Sinterklaastijd. Ver weg zijn de geluiden van school, wij zijn even in een andere wereld.

Over sterren, over zonne
Zachtjes gaat Maria’s voet.
Louter goud en lichte vreugde
Brengt zij aan haar kindje zoet.
Als Maria blijde wandelt,
Hoog door ’t god’lijk licht omstraald,
Weeft zij ’t kleed uit sterrenzegen,
Waar Gods kind in nederdaalt.
Over sterren, over zonne
Zachtjes gaat Maria’s voet.
Louter goud en lichte vreugde
Brengt zij aan haar kindje zoet.

Gaandeweg ontstond er een spiraal van kleine vlammetjes. De weg waarlangs het Jezuskind samen met Maria de weg naar de aarde kan vinden. Maria ontmoet op haar reis Sint Nicolaas en Zwarte Piet en samen trekken ze verder. Maar Sint wil de kinderen voorbereiden op de komst van Jezus en hij komt vroeger op aarde.  Zo brengen we Sinterklaas en Kerstmis  in eenzelfde sfeer, waardoor de goedheiligman niet alleen een pakjesbrenger is maar iemand die bij het stille en verwachtingsvolle van Kerstmis  hoort en ook innerlijke rijkdom brengt.

Monic Dohmen

September-ochtend (gedicht)

Ochtendnevel
witte flarden
ontnemen bomen hun stam
boerderijen hun vee
en mij mijn adem
de opkomende de zon in de rug
doet mij ademloos steeds weer
omzien naar schuivende
pastelkleuren
opdoemende maisvelden
maïsvelden als strak georganiseerde
Romeinse legers
De lansen gerijd
rijzen ze op
uit de herfst-aarde
kilte
Een rilling
Een kraai krast
Ik adem moed in
om alles wat sterft
In mij
te voeden
om te leven
tot de nieuwe ochtend
aanbreekt.

Ger van Venrooij

Meisje | Tiliander
Vlinders | Tiliander
Bijen | Vlinders