kerst

Kerstspelen als kans!
De scheppende kracht in het ritueel

Elk jaar Michael, élk jaar Sint Maarten, élk jaar Kerstmis en de Kerstspelen……

Soms lijken de feesten enkel een herhaling van hetzelfde. Bij nadere beschouwing blijkt het vieren van de jaarfeesten toch meer te zijn dan een eenvoudig “méér van hetzelfde”:

de jaarfeesten zijn de kralen aan de rode draad die ons door het jaar heen leidt.

Door de rode draad wordt ons -en zeker ook onze kinderen- de weg gewezen in de doolhof die “dagelijks bestaan” heet.

Door ritme en tijd geleid, krijgen wij vat op het leven en kan het ons leven worden.

De aanleiding om voor u dit artikel te schrijven, is het feit dat ik me voor de 25e keer verbonden heb met het Kerstspel; beter gezegd weer een verbinding heb gezocht met het Kerstspel.

De reden dat ik u hierbij mijn rode gedachtendraad wil aanreiken is gelegen in het feit dat ik u graag zou willen inspireren de Kerstspelen ook dit jaar te willen bezoeken.

De essentie van dit schrijfsel is: Wie op weg gaat om het Kerstkind te zoeken, zal Het vinden….

De conclusie aan het eind zal gelijkluidend zijn aan de titel: ontdek de scheppende kracht in het ritueel.

Toen de mens Adam-en-Eva nog in de Paradijswereld vertoefde, bestond er nog geen tijd, was er eeuwigheid, eindeloosheid. Alles was als het ware ondergedompeld in een goddelijke wolk: de mens was in het Goddelijke.

De “slang” zette Eva en Adam door een leugen ( “eet gerust”) aan tot het eten van de appel van de Boom der Kennis van Goed en Kwaad.

Door het kennis nemen van goed en kwaad werd de dualiteit geboren in de wereld en brak de Eenheid in scherven. Bewustzijn ontstond en dus: ….Adam én Eva, vóór en achter, eerst en daarna, vroeger en later…de mogelijkheid het kwade te doen, het goede te willen…

Met het ontstaan van de tijd, ontstond geboorte en sterven, ontstonden rituelen: offers voor God (Kaïn en Abel).

De eenheid brak in stukken: in tweeën.

Van deze dualiteit is de mens de drager, de drager van de twee schalen van de balans.

De mens is in zijn wezen go(e)d. Er wordt echter aan hem gerukt door dat wat hem aan de ene kant wil afsnijden van het geestelijke in hem en aan de andere kant door dat wat hem wil doen vergeten materie te zijn: mens in tijd en plaats, in ontwikkeling.

Zo zijn wij allen evenwichtskunstenaars….

De geboorte van Christus maakt de weg vrij voor de mens om zich opnieuw met het geestelijke te verbinden. Nu echter vanuit het midden, balancerend, zoekend, tastend, maar vooral en voornamelijk willend. Wegbereiders waren in jaarfeestenvolgorde:

*Michael met als beeld de balans
*SintMaarten met als beeld het tweesnijdend zwaard dat hem in staat stelt zijn mantel te delen
*SintNicolaas met als beeld de met een spiraal getooide staf: de weg naar binnen is van goud..

De kring van jaarfeesten nodigt ons uit telkens in het rituele, in het zich herhalende de verbinding met de geest in de materie te zoeken. Het geeft ons een kans; het is de rode draad die wij slechts hoeven grijpen….

Een voorrecht is het spelen in één van de Kerstspelen: hierdoor word ik voor langere tijd gedwongen om een verhouding te zoeken tot het spel, tot de rol. En….gedwongen elk jaar een nieuwe verhouding hiertoe te zoeken…..Dan is 25 keer Kerstspelen spelen of 15 keer “Jozef-zijn” ook niet saai of geestdodend, maar juist geest-verruimend.

Ook als toeschouwend ouder kunt u jaarlijks die verbinding opnieuw zoeken. Steeds proberen een invalshoek te zoeken en daarmee met nieuwe ogen kijken naar die eeuwenoude Spelen.

Mijn thema voor de Kerstspelen voor dit jaar is:

“Wie op weg gaat, zal het Kerstkind vinden…. “

Dit thema wordt zichtbaar in het Kerstspel in wat de herders meemaken. Zij worden geroepen en gaan vol vertrouwen op weg en vinden het Kind. De vierde herder, Chrispijn, krijgt het van de andere drie ook als antwoord op zijn vraag: “Hoe ver is het wel?”. De herders antwoorden hem: “Tot ge er bent”!”

In deze jaren waarin wij steeds meer wordt opgeroepen om partij te kiezen (“wie niet vóór ons is, is tegen ons!”), wordt een buitengewoon appél gedaan op de “derde weg”.

Niet de weg van vóór, ook niet de weg van “tegen”, maar de weg van het midden, de derde weg. Dat is de weg van het hart. De weg van de ontmoeting (“daar waar er twee in mijn naam aanwezig zijn….”).

We moeten echter bewust voor deze weg kiezen, elk mens moet zelf deze weg kiezen, uit vrije wil….

De drie Kerstspelen laten feilloos zien welke tegenkrachten ons van de “derde weg” proberen af te helpen:

*de leugen ( door de slang in het Paradijsspel uitgesproken)
*spot en hoon (verwoord door Gallus in het Kerstspel:
“Als we efter totten ghesellen gewagen,
van hetgeen we hier met ooghen saghen
veur den sot sullens’ons houwen,…”)
*Dreiging en geweld ( Herodus die het Kind wil laten doden.. in het Driekoningenspel)

Er valt nog zo veel over deze drie Spelen te zeggen, maar vooral te beleven

Mijn pleidooi moge duidelijk zijn: De Kerstspelen geven, juist door hun ritmische herhaling ons de kans ons telkens weer willens en wetens te verbinden met het geestelijke in de materie…

Dit geldt -ook op het niveau van de beeldentaal- voor onze kinderen…

Kerstspelen als kans: wie wil zichzelf of zijn kind(eren) deze kans onthouden…?

Ger van Venrooij

Geboorte

Gods liefde op aarde neergedaald
ligt in een stal op stro te slapen.
De stille herders van de schapen
zij hebben het alom verhaald.

De ster staat boven Bethlehem
De Koningen uit het Oosten vonden
een kind in windselen gewonden
en os en ezel zien naar hem.

Hier slaapt, der wereld toevertrouwd,
die was vóór de aanvang van de tijden,
het Kind waarom Maria schreide,
waarover elk de handen vouwt

Ida Gerhardt
uit: Verzamelde gedichten, Amsterdam 1988

Meisje | Tiliander
Vlinders | Tiliander
Bijen | Vlinders